Volgens het joodse geloof heeft God de tijd, ruimte en alles daarin gemaakt. Dit maken van al het begin noemen we de schepping. De mens werd als laatste gemaakt en op de aarde neergezet om daar te leven. In de tijd daarna heeft God vaak gevraagd aan de joden om iets voor hem te doen. Als dank daarvoor beloonde Hij de joden met goede dingen.
In de geschiedenis van de Joden spelen gebeurtenissen en personen een grote
rol. De eerste persoon die voorkomt, is
Abraham.
Hij ging voor het eerst in één God geloven in plaats van meerdere, zoals
mensen daarvoor deden. Hij en zijn zonen zijn daarna andere mensen gaan
vertellen dat zij dat ook moesten doen. Omdat Abraham de eerste was, en zijn
zonen met hem meededen, wordt hij ook wel de
aartsvader genoemd. Jozef was de kleinzoon van Abraham. Hij werd door zijn broers als slaaf aan Egypte verkocht. Doordat Jozef van God verhalen hoorde en doorvertelde, raakte hij bevriend met de koning van Egypte. Als dank zei de koning dat Jozef met zijn familie en vrienden in een deel van Egypte mocht blijven wonen. Daar woonden zij, en hun nakomelingen, een paar honderd jaar. |
Toen werd er iemand koning die
de joden niet wilde hebben in het land, en maakte ze weer tot slaven. Mozes werd
toen door God als leider benoemd en hij moest zijn mensen naar het door God
beloofde land brengen, wat vandaag Israël is. Tijdens de tocht ernaartoe, op de
berg Sinaï, kerfde hij tien geboden in
twee stenen tafelen. De geboden vertelde God aan hem.
Na vele jaren kwam het volk op de plek waar die door God was beloofd. Daar,
in Jeruzalem, bouwden zij een grote tempel. In die
tempel werden de stenen tafelen goed opgeborgen. Maar na tachtig mooie jaren
werd Jeruzalem veroverd en de tempel vernietigd. De joden werden naar
Babylon
gestuurd, waar zij werden onderdrukt, maar toch een eigen leven konden opbouwen.
Toen Babylon bevrijd werd, ging niet iedereen terug naar Jeruzalem. De mensen
die wel teruggingen, bouwden een nieuwe tempel op de plaats van de oude.
In de tijd die volgde was het erg onrustig rondom Jeruzalem. De joden werden
meerdere keren bedreigd door verschillende volken. Zij wilden de joden uitroeien
en de plaatsen innemen die zij bewoonden. Voorbeelden hiervan zijn de verhalen
van
Esther en
Herodes.
Het waren de
Romeinen
die Jeruzalem veroverden en de tweede tempel verwoestten. De tempel is sinds die tijd niet
meer opgebouwd. De westelijke muur ervan staat nog
steeds in Jeruzalem.
|
Na deze tijd verspreidden de joden zich over allerlei plaatsen op de wereld. Soms als gevangenen in oorlog, soms omdat zij het zelf wilden. Op verschillende plaatsen in de wereld ontstonden zo centra waar veel joden bij elkaar woonden. In de geschiedenis zijn deze centra vaak aangevallen of beschuldigd, met de bedoeling de joden die er woonden weg te sturen of te doden. Rond 1900 kwamen er steeds meer joodse geleerden die vonden dat de joden een plaats in de wereld moesten hebben, waar iedere jood welkom was. Een soort thuis. Het teruggaan naar deze plek wordt het zionisme genoemd. |
In de
Tweede Wereldoorlog
zijn heel veel joden vermoord. Deze gruwelijke gebeurtenis heeft het zionisme voor veel mensen versterkt. De
Verenigde Naties
hebben in 1947 besloten dat de joden weer een eigen staat moesten krijgen. Er werd besloten dat het land Palestina in
twee delen werd verdeeld, een joods en een islamitisch deel. In het joodse deel
zouden alle joden van de wereld thuis kunnen komen en in vrede kunnen leven. Dat
dit nog steeds niet helemaal gelukt is, kun je elke dag in het
nieuws
zien.