| Abraham |
De
aartsvader, hij moest zijn zoon offeren aan God, maar die besliste op
het laatste moment dat het niet nodig was. Als dank offerde Abraham een
schaap. |
| Gabriël |
De
aartsengel, die Mohammed vertelde dat hij de mensen in God moest laten
geloven. |
|
Mohammed |
De profeet,
die verhalen op een mooie manier vertelde aan de mensen. Die verhalen
waren van God. De manier waarop hij leefde was en is een inspiratie voor
veel mensen. |
| kalief
Ali |
Eén van de
opvolgers van Mohammed. Hij zou de eerste kalief moeten zijn, volgens
veel mensen, maar vóór hem waren er nog andere. |
|
Ayatollah |
De leider
van Iran is lange tijd Ayatollah Khomeini geweest. Hij regeerde graag
volgens de regels van de koran. |
|
Arafat |
Yasser
Arafat was de leider van de Palestijnen. Zij proberen al heel lang een
plek te vinden op dezelfde grond als de joodse Israeli's |
| |
|
|
Imams |
Een imam is
een geestelijk leider van moslims, hij werkt in de moskee. |
|
Soefi's |
Soefi's
zijn moslims die over de wereld zwerven, om overal waar zij komen te
vertellen over God. Zij hebben geen eigen huis, want overal waar deze
wijze mensen komen, zijn zij welkom bij andere moslims. |
|
Soennieten |
Mensen die
sterk geloven in de Soenna, het leven van de profeet Mohammed. Zij
accepteren ook de opvolging van de eerste drie kaliefen na Mohammed.
Soennieten zijn over de hele wereld verspreid. |
|
Sjiieten |
Mensen die
de eerste drie kaliefen niet accepteren en vinden dat kalief Ali de
echte opvolger van Mohammed was. Veel sjiieten leven in Iran en Irak. |
