Het verhaal van Jezus - geboorte - leven - dood- opstaan

Toen Jezus zo'n dertig jaar oud was kwam hij iemand tegen. Dat was Johannes. Hij zei tegen de mensen dat zij op de verkeerde manier in God geloofden, en dat zij opnieuw konden beginnen door zich te laten dopen in een rivier. Hierdoor werd hij Johannes de Doper genoemd.
Jezus liet zich dopen door Johannes. Hij vond ook dat de mensen meer aan God moesten denken en minder aan zichzelf.

In die tijd waren de Romeinen de baas, en zij waren niet aardig voor de mensen. Dus toen er iemand kwam die daar wat over zei, waren de mensen daar best blij mee. Jezus ging van de ene plaats naar de andere, en ontmoette verschillende mensen, waaronder een groep vissers. Zij besloten met hem mee te gaan en werden de eerste discipelen.

Jezus ging steeds verder en deed steeds meer. Hij werd erg boos op mensen die teveel belasting vroegen, liet blinde mensen weer zien en redde een kalf uit een put op sjabbat. De mensen vonden dat niet goed maar Hij zei:"Ik denk dat God liever heeft dat ik Zijn dier redt dan dat ik sta toe te kijken!"
Hierdoor waren veel mensen erg blij met Jezus, maar er waren ook veel mensen erg boos op Hem.

Jezus hielp veel mensen, en veel mensen geloofden in hem. Maar niet iedereen begreep wat Hij zei. Toen hij over zichzelf zei dat Hij de koning van alle koningen was, bedoelde hij dat niet letterlijk. De Romeinen konden het niet waarderen en bedachten een plan om Jezus op te pakken.