Het verhaal van Jezus - geboorte - leven - dood - opstaan
Toen Jezus was gestorven, kwamen zijn vrienden in het donker om zijn lichaam van het kruis te halen. Ze wikkelden Hem in doeken en legden hem in een grot. Om ervoor te zorgen dat niemand erbij kwam, rolden zij een hele zware steen voor de ingang van de grot.
De volgende dag kwamen er mensen kijken bij de grot, en zagen dat de steen was weggerold. Het lichaam van Jezus was verdwenen. Niemand wist wat er was gebeurd. Na een tijdje was Maria Magdalena, een vriendin van Jezus, in de tuin. Daar verscheen Jezus voor haar. Maria wist niet wat haar overkwam. "Schrik niet," zei Jezus, "Ik ben gekomen om te laten zien dat ik écht de zoon van God ben. En om jullie te vertellen dat je door moet gaan met de mensen vertellen over mij." |
Veertig dagen bleef Jezus bij zijn volgelingen, en vertelde hen dat zij ervoor moesten zorgen dat de hele wereld over hem te weten kwam. Toen vond Hij het tijd om echt afscheid te nemen. Maar Hij zei dat Hij altijd tussen de mensen zou zijn. Jezus is toen naar de hemel gegaan. Tien dagen daarna liet God de Heilige Geest in de apostelen komen. Dit gevoel van God gaf hen de kracht om door te gaan.